Tuesday, September 8, 2009

Harry & Otje... encore (Inge & Herman)

'Zolang je abstract werkt vraagt niemand je naar een betekenis... men zegt "mooi" of "interessant" of helemaal niets... maar zodra je figuratieve elementen in je werk toelaat... vraagt men ineens "Wat wil je daarmee zeggen?" en word je geacht één of ander statement te maken... het is gemakzuchtigheid... het is niet omdat iemand kan zien dat hij ook kan kijken... alsof inhoud en vorm los van elkaar zouden kunnen bestaan! Ach, ik verwacht waarschijnlijk teveel... overigens... ik denk dat Vinnie het Veulen me geëxcommuniceerd heeft, hij zegt me althans geen gedag meer... wellicht heeft het iets met Ronnie de Rat te maken.. misschien heeft hij gemene dingen over mij gezegd.. o ja en ik zag ook Getsie de Geit.. die' Maar Otje hoorde niets van wat Harry zei. Met een vage glimlach staarde ze afwezig voor zich uit terwijl ze onafgebroken haar oor streelde. ¶ Otje zat in een nieuwe seksuele bloeifase waardoor Harry een beetje op zijn intellectuele honger bleef zitten. Otje was de enige gelijkwaardige gesprekspartner van Harry. Maar gezien Otjes escapades was er weinig inhoudelijks te delen. Dus zag Harry zich genoodzaakt zijn gedachten aan het papier toe te vertrouwen. "De ontdekking van het bruidsbed" begon hij zij eerste geschrift. Geestdriftig kraste hij de titel weer door. 'Te gezocht, te geconstrueerd' zei hij hardop. 'Misschien eerst iets schrijven en dan pas een titel geven', zei hij en beet op z'n pen. Die brak. De inkt droop over zijn bekkie. 'Hè gatver' riep Harry en rende naar de badkamer. Maar de inkt was watervast. Wat te doen? Wat te doen? Er zat maar 1 ding op: scheren. Harry zeepte z'n snuit in en scheerde de blauwe haartjes weg. Maar dat zag er niet uit! Het was een soort negatieve baard. Dan maar z'n hele hoofd kaal. Harry was nog niet klaar om alles af te spoelen en de bel ging. Het was Otje, hitsiger dan ooit te voren. ¶ Maar toen Harry de deur opendeed vergat Otje de geilheid heel even en lachte het uit toen hij de kale haas zag! Harry kreeg het koud van deze reactie, of was het omdat hij geen vacht meer had? Snel liep hij naar de hoek van de kamer en nam zijn peignoir van de kapstok. De peignoir was gewatteerd en van ruwe donkerblauwe zijde waarop witte lelies waren geborduurd, afgewerkt met gouddraad. Harry had het kledingstuk door een Tsjoengaars hamstertje laten uitvoeren ter gelegenheid van zijn 8ste verjaardag, maar -om eerlijk te zijn- de peignoir stond Harry niet. Zijn figuur kreeg er iets gedrongens door, terwijl hij in feite niet onatlethisch gebouwd was. En nu diende de peignoir om Harry's ¶ naaktheid te bedekken. 'Ja lach maar dom konijn', siste de haas. Toen kwam er een Indiër voorbij met een polaroidtoestel en nam een foto. '5 Euro', zei hij met een Indisch accent. Toen Harry de foto van zichzelf zag moest hij ook heel hard lachen. De Indiër werd kwaad en smeet z'n camera tegen Harry's hoofd, dat direct hevig begon te bloeden. 'Hahhaha, ook dat nog!' gierde Otje, en Harry moest huilen van de pret. De Indiër zag een jasmijnboom bloeien bij de buren en zag z'n kans schoon een nieuwe business te starten. Wat hij niet wist was dat het een magische jasmijnboom was, waarvan de bloemen ¶ hallucinatoir werkten door enkel aanraking. De Indiër plukte wat bloemen, en binnen enkele minuten veranderde alles, hij zag alleen nog maar kleuren, geen vormen. Na 3 dagen werd hij gevonden door een wandelaar die de politie inlichtte, die hem even later in een busje tilde, maar meteen daarop een ernstigere melding binnenkregen, en zich direct naar de plek des onheils haastten, waardoor de Indiër achterover tuimelde en daarbij zijn hoofd stootte, wat hem deed giechelen. En dát was wat hij de rest van zijn leven deed: giechelen, en soms 'blue' zeggen. Hij was erg gelukkig, maar van geringe maatschappelijke waarde volgens velen.

Monday, September 7, 2009

Oma Touwtje (Inge & Herman)

'Jammer', meer viel er inderdaad niet te zeggen. Het was jammer dat de vaas nu stuk was. Niet alleen omdat het een dure vaas was geweest, maar vooral omdat het de lievelingsvaas van wijlen oma Touwtje was geweest. Elke week had ze de vaas van verse bloemen voorzien, bij voorkeur lelies of gladiolen. ¶ Daar hield oma Touwtje het meest van. En nu lag de vaas in 5 stukken op de grond. Net als opa Touwtje. Die lag er echter al 3 jaar dus die was vrijwel onherkenbaar. Soms struikelde oma Touwtje over hem en werd dan heel driftig, schopte tegen z'n botten, die dan braken, waarna ze ze maar liet liggen, het was nu toch al een zooitje. Maar die vaas, dat ging haar aan het hart. 'Oh nein!' krijste ze, en in een dramatisch gebaar bracht ze haar hand naar haar hoofd. ¶ Oma Touwtje was actrice geweest, wel tot haar 57ste. Toen had ze reuma gekregen en kon het podium niet meer beklimmen, maar in haar privé leven was haar talent nog altijd onmiskenbaar aanwezig. Op familieavonden straalde ze wanneer ze aan het hoofdeinde van de tafel gezeten de ene na de andere anekdote uit het niets tevoorschijn toverde, want -zo zei ze vaak- 'wat is theater anders dan werelden creëren met niets dan de verbeelding?' Oma Touwtje was vele vrouwen: de lieve fee, het clowntje, de femme fatale, het viswijf, ¶ oma Touwtje was alles. Jammer dat ze er niet meer was. 'Nou ja', humde ze, 'aan alles komt een einde.' Tevreden met die conclusie besloot ze de natuur een handje te helpen. Ze belde aan bij buurman Flipje. Buurman Flipje had jaren in de Betuwe gewerkt, liep met een looprekje ¶ en luisterde de hele dag naar Radio Sport. 'Dag oma Touwtje' , zei buurman Flipje, maar oma Touwtje was al langs hem heen geglipt om in de keuken de gaskraan wijd open te draaien. Ze sloot de deur en het raampje boven het aanrecht. 'Niet meer verder...' zuchtte ze, en ze meende het. Het was buurman Flipje die haar 10 minuten later half bewusteloos van de grond tilde en de dokter alarmeerde. Toen ze weer was bijgekomen en werd gevraagd naar de reden voor haar zelfmoordpoging had ze nogal laconiek geantwoord dat ze naar de Ophelia in zichzelf had gezocht. ¶ Oma Touwtje's acteermethode had een radicaal kantje. Anti-autoritair als ze was, plaste ze tegen de deur van de directrice van het bejaardentehuis, en genoot ze van het dramatisch effect van een scheet in een volle lift. Veel plezier schepte ze erin om 'per ongeluk' haar wandelstok boven op kleine hondjes te plaatsen en dan 'oh pardon, wat vreselijk' tegen de geschokte eigenaar te zeggen. Verder stencilde ze -wat onschuldiger- posters met 'Binnenstad autovrij' of 'Dood aan alle bestuurders' , een leuke woordspeling met automobilisten en lokale autoriteiten. Maar het meest interessante was hoe oma Touwtje aan haar naam was gekomen: ze liep per definitie in een minirok -in haar jonge jaren het ultieme anti-burgerlijke moraalprotest- waardoor men het touwtje van haar laatste tampon, die ze uit protest had ingehouden, vrolijk kon zien bungelen.

Multiple Choise (Herman & Inge)

'Hoe is uw relatie met God?' vroeg de documentairemaker aan Frederik, een doopsgezinde predikant. 'Oh meneer, ik doe dit gewoon voor de poen moet u weten.' De documentairemaker staarde onbewogen in de ogen van de predikant en bracht de microfoon nog wat dichter bij hem. Frederik zweeg echter, en staarde terug. Op de achtergrond speelde het kerkorgel en de mensen verlieten de kerk. De ¶ documentairemaker vervolgde 'En betaalt het een beetje?' Frederik deed z'n boord recht, keek omlaag en zei 'Oh, ik mag niet klagen.' Dat was waar, Frederik had niet te klagen, op materieël vlak kwam hij niets te kort, hij had een eigen huis, een auto, de nieuwste apparatuur, vakanties... hij had alles, oppervlakkig beschouwd. Plezier in zijn werk? Soms. De vergaderingen waren minder, en zijn colléga's, een beetje, tja. 'Nee ik mag niet ¶ klagen', zei hij nogmaals. 'Maar wat verwacht je precies van mij?' vroeg de documentairemaker. 'Nou, niet zo veel meer', zei Frederik, die de intelligentie van deze young creative allang had ingeschat 'misschien nog een paar van die diepgravende vragen, en dan moest je maar eens gaan monteren.' De documentairemaker knikte. 'Goed, nog twee vragen dan. De eerste: Hoe verhoudt u zich tot de West-Europese christelijke traditie?' Frederik zuchtte, hij had zin om te praten over z'n passie voor antieke koelkasten, specifiek de allereerste Amerikaanse modellen, die nog op ammoniak liepen. 'Die verhouding is uitstekend, dank u', antwoordde Frederik. De ¶ documentairemaker wachtte wat, maar Frederik zei verder niks. 'Dan de allerlaatste vraag', besloot de documentairemaker, 'Geloof je dat je zinvol bezig bent?' Op deze vraag had Frederik niet gerekend, hij was er niet op voorbereid. De vraag overrompelde hem, confronteerde hem met de 'mens' Frederik en hij voelde zich plotseling naakt. Op elke vraag had hij een pasklaar antwoord, maar 'Vind je dat je zinvol bezig bent?' viel in een andere categorie. ¶ Frederik lachte wat en probeerde: 'Zinvol... zinvol... interessante vraag...' maar verder kwam hij niet. Een wesp vloog in zijn keel en prikte op zijn huig, die opzwelde en z'n luchtpijp afsloot. 'Uuuuh' hapte hij naar adem, maar helaas, het was z'n laatste ademteug. De interviewer keek het aan, geschokt, verstokt, en toen Frederik omviel riep hij pas 'Help' en 'Oh mijn God', maar de kerk was leeg en niemand reageerde. De documentairemaker rende de kerk uit en besefte buiten dat hij 112 moest bellen. Hij zocht z'n mobiele telefoon en belde, '112 goedemiddag. Voor urgente gevallen, kies 1, voor minder urgente gevallen, kies 2'. De documentairemaker koos 1, 'Om u beter van dienst te kunnen zijn vragen wij u uw burgerservicenummer bij de hand te houden. ¶ Tevens maken wij u erop attent dat voor een nog betere dienstverlening dit gesprek kan worden opgenomen om dit..' 'Neem op!' schreeuwde de documentairemaker in paniek. Frederiks lichaam leek op te zwellen en er verschenen paarse vlekken op zijn slapen en op zijn handen en op zijn voorhoofd en op zijn neus. Eindelijk kreeg hij iemand aan de lijn, '112 met Nancy de Waard..' maar de documentairemaker hoorde het al niet meer: uit de buik van Frederik groeide nu een boom, vol rode bessen, en een vogel kwam aangevlogen, en nóg één, en nóg één... De documentairemaker liet de hoorn van de telefoon los en pakte zijn camera, maar héél vreemd: toen hij drie dagen later de beelden die hij geschoten had bekeek zag hij enkel een medium-shot van Frederik die zelfverzekerd in de lens keek, 'zinvol... ja, hoe definieer je dat? Is het zinvol om in armoede te leven? ..als je de keuze hebt?'

Monday, June 8, 2009

Belangeloos (Inge & Herman)

'De beginscène weet ik niet meer. Het was een dialoog. Dat weet ik nog. Maar waarover ben ik vergeten.' 'Geeft niet', zei de zuster, 'rust eerst maar wat.' 'Ik geloof dat het in Rusland was' ¶ mompelde de patiënt terwijl de zuster het licht uitknipte.
En toen was alles donker. Leek het. Na enige seconden raakte de patiënt gewend aan het donker en zag aan het voeteneind een paar ogen hem aanstaren. Althans, dat dacht hij. Hij wiebelde met z'n voet. En ja hoor, dat wat op zijn voeten zat knipperde met zijn ogen. Wat was dat? De patiënt zei 'Hallo?' Het wezentje aan z'n voeteneind ging weer rechtzitten en zei 'Dag'. ¶ 'Wie ben je?' vroeg de patiënt. 'Ik ben Hugo, een laaf', zei het wezentje. 'Een wat?' zei de patiënt. 'Een laaf. Een mythologisch wezen op het randje van de kitsch.' 'Op het randje,' herhaalde de patiënt, 'ik ook. Dat weet ik. Want ik heb een helder moment.' Op dat moment kwam de zuster weer binnen. Haar silhouet wierp een scherpe schaduw in het licht dat door de deuropening op de grond viel. 'Is er iets?' 'Nee hoor,' ¶ antwoordde de patiënt 'ik praat gewoon wat met Hugo.' Hugo? Wie is dat nu weer?' De patiënt wees, maar in het luchtledige. Hugo was verdwenen. Hij had zich verstopt achter het katheder dat naast de patiënt stond. Net naast hem bungelde een plastic slangetje waar rode vloeistof doorsijpelde. Nieuwsgierig als hij was kneep de laaf lichtjes in het slangetje. De vloeistof stokte. Hij liet weer los en de vloeistof stroomde weer door. Nogmaals kneep de laaf het slangetje dicht, dit keer langer. 'Uuuuuuh' zei de patiënt opeens, en begon heel snel te ademen. De laaf liet even los en hield het ¶ slangetje weer dicht. 'Aaah' zei de patiënt en toen 'oooi!' en toen klonk er een luide hoge piep.
Was het de hartmonitor? Nee. Het was de pieper van de zuster. Ze werd dringend verzocht zich naar de Zuidvleugel te begeven, alwaar een andere patiënt de deur naar de binnentuin had gebarricadeerd met meubels uit de kantine. Haar gekrijs had al drie andere patiënten gewekt. Twee ervan stonden verdwaasd in de deuropening, de derde huilde in stilte onder zijn dekens. 'Ik kom eraan' zei de zuster.

INTERMEZZO: Consquences (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)

Jean-Jacques Rousseau, at the end of his life
met
that girl in the advert in the metro
at
the Festival de Cannes.
He said:
'Go jump in my car, it's better than a rolling bed'.
She said:
'I paid for me, you pay for you'.
The consequences were:
they left te place, give a hug to eah other, they're happy, walk with the cold weather and sleep with a lot of nice dreams.

Wednesday, May 6, 2009

Tommie Pino en Ieniemienie (Herman&Inge)

Tommie, Pino en Ieniemienie liepn op straat. Er kwam een motor de hoek om die Ieniemienie aanreed. 'Piep' zei Ieniemienie terwijl de motor lustig doorscheurde. ¶ 'Welja, dat hebben wij weer,' zei Tommie tegen Pino, maar die domme vogel had z'n blik gefixeerd op een musje op een balkon en onderwijl gaf Ieniemienie de geest.
'Ja ik sta hier Pino, Het is wel zo beleefd als je me aankijkt als ik tegen je praat, vind je niet'. 'Sorry Tommie,' antwoordde Pino. 'Als ik een vogeltje zie... Het is iets dat sterker is dan ikzelf. Wat zei je ook alweer.' 'Ka goed. Het gaat erom dat we tot een consensus komen aangaande de herbestrating van Sesamstraat, we moeten als bewoners onderling tot een gezamenlijk besluit komen, kiezen we voor asfalt of stenen klinkers, of gaan we voor kinderkopjes...' 'Kinderkopjes?', eageerde Pino geschrokken, 'Wat morbide!'. ¶ 'Dat zijn keien Pino,' zuchtte Tommie. Domme domme Pino.
Tommie deed sinds enige tijd geen moeite meer zijn minachting voor Pino te verberegen. Het beest had een IQ van likmevestje en Tommie's carrière werd er flink door belemmerd. 'Keien, Pino,' herhaalde Tommie hatelijk. 'KEIEN', en toen, tot de regisseur 'Sorry hoor, ik kan zo niet werken. Dit is zó onprofessioneel. Zo'n vogel als rolmodel voor kinderen, dat is toch vragen om leeghoofdige pubers en incompetente jongvolwassenen? Moesten wij niet juist een voorbeeld zijn? ¶ We zouden debatten kunnen voeren over 'ontwapening' of 'homosexualiteit en de kerk', maar ik sta hier aan zo'n idiote vogel te vertellen wat een kei is', en hij sloeg z'n ogen ten hemel. Pina zei, 'Ah, keien', en de regisseur zei 'Cut!'.
'Pino, kun jij iets meer naar links gaan, je snavel bedekt Tommie's ogen. En dan moeten jullie hetzelfde gesprek nog eens voeren. OKé. En misschien moet Ieniemienie ook in beeld, waar is ze?'
Pino ging iets naar links en Tommie herhaalde de zin 'We moeten een consensus zien te bereiken', om uiteindelijk te besluiten dat 'consensus' moest worden vervangen door 'eensgezindheid'. 'Kiezen we voor asfalt, stenen klinkers of kinderkopjes.' 'Kinderkopjes?' antwoordde Pino wederom, 'wat morbide!'
De regisseur riep ondertussen Ieniemienie. ¶ Een antwoord bleef uit. Dan maar zonder har. 'Tommie en Pino, klaar?' Ze knikten. 'Oké. Camera loopt.'

Maar de scène verliep niet als gepland. Tommie was om te beginnen zijn openingszin vergeten en Pino had nog kauwgom in z'n bek. Toen Tommie improviseerde en tegen Pino zei 'Hey Kuttekop, zou je je niet eens nuttig maken en de peuken van de straat oprapen' kon Pino z'n snavel niet poenkrijgen omdat de kauwgom zo plakte. 'Nou? Hophophop.' schreeuwde Tommie en begon Pino een beetje te porren. Het porren werd stompen, en uiteindelijk duwde hij ¶ Pino om. 'Oplikken mag ook!' riep Tommie en liep het beeld uit, Pino in de goot achterlatend.
In het flikkerende neonlicht meende Pino een schattig klein vogeltje waar te nemen, dat naar hem toehipte, een pimpelmeesje, of een winterkoninkje misschien, Pino probeerde te glimlachen, maar dit deed te veel pijn. En ook was het geen leuk klein vogeltje die hem naderde, maar meneer Aart, die weinig begrip kon opbrengen voor het aanstellerige gedrag van de puber Pino. Pino Piña Colada.

Otje & Harry (Inge&Herman)

Otje's ogen zweefden over het canvas, op zoek naar een houvast, betekenis. 'Ik weet niet waar ik moet kijken,' zei het konijn. Harry Haas wierp zijn oren over zijn schouders. 'Dat verbaast me niets,' zei hij, 'Jij hebt nooit veel van beeldende kunst ¶ begrepen.' Otje keek naar Harry.
Hij zag er oud uit en had veel rimpels rondom zijn ogen. Het baarde Otje zorgen. 'Harry,' zei hij, 'je hebt een vermoeide huid. Gebruik je wel crème?' Harry schrok van de vraag. Hij wist dat hij zijn huid jarenlang had verwaarloosd, maar dacht dat z'n prachtige vacht de aandacht van de droge huid rondom zijn kraaloogjes wel zou afleiden. Dat was dus niet zo. Maar niet alleen dat trof Harry. Plots vroeg hij zich af of zijn psychische façade ook zou zijn aange- ¶ tast, en Otje niet langer verblindt zou zijn door zijn hartelijke glimlach, maar zijn daaronder liggende kille persoonlijkheid in alle afzichtelijkheid zou zien liggen.
'Schijn en wezen,' mompelde het konijn. 'Harry is een handelaar, zijn interesseveld is voornamelijk cashen, winst maken, zijn zogenaamde interesse in beeldende kunst is niet meer dan een façade, die moet verhullen wat een leeghoofd hij in werkelijk- ¶ heid is,' 'Wat denk je?' vroeg Harry.
Otje wilde wat zeggen, en zijn mond openende om te spreken, besefte hij plots dat het een val was. Harry probeerde door te dringen in Otje's zie!. Om dan alles kapot te maken! Ja, plots doorzag Otje Harry's snode plannen, en in een flits begreep hij wat hem te doen stond. 'Harry,' zei Otje nu rustig. 'Ik kan ¶ jou maken of breken. Ik weet dingen van jou, die jij liever geheim houdt. Weet je waar ik het over heb?' en Otje wierp Harry een veelbetekenende blik toe.
Harry begon te bibberen. 'Je bedoelt toch niet...' 'Ja,' antwoordde Otje, 'dat heb je heel goed geraden. Je kunt wel de kunstsnob uithangen, ik ken je op een heel andere manier... remember.'
Harry bevroor, zijn blik gefixeerd op het schilderij aan de muur, zijn poten voor zich uitgestrekt, als een slaapwandelaar maar bewegingloos. Otje kon een kleine giechel niet onderdrukken, maar Harry hoorde niets meer. Volledig versteend, net als zijn hart dat gestopt was met kloppen, vereeuwigd in carnavalspose, klaar voor ¶ een polonaise. Nee, met hoge cultuur had dit weinig te maken.
Otje voelde iets opborrelen. Het was een hysterische lach. Die hij niet kon onderdrukken. Die lach kwam namelijk van heel diep: alle leed dat hem in zijn korte konijneleventje was toegeworpen, alle momenten van wanhoop, alle onderdrukte aggressie, alle vernederingen die zijn ouders hem hadden aangedaan, zijn impotentie, z'n hazetanden, z'n gebrekkige dictie, de stress die hij voelde ¶ in alledaagse contacten, zijn continuë faalangst; in die langgerekte krijs toonde Otje zijn ziel aan de buitenwereld, waaronder ook Harry.
Maar Harry nam Otje's kreet bewegingloos waar. Zijn afgematte ogen staarden onafgebroken naar het schilderij, welks timbre en toest een bijzondere gevoelskwaliteit uitdruken, die -volgens Harry- slechts door enkelen ervaren kon worden, waaronder hijzelf. Maar dat was nu verleden tijd. Otje naderde het schilderij en bekeek het signatuur van de maker; Rien Poortvliet, stond er.

Nogmaals verslaggeven (Inge&Herman)

'Wat is je liefste wens?' vroeg de quiz-presentator aan de willekeurige voorbijganger op straat. 'Interessant dat je dat vraagt,' antwoordde de man van middelbare leeftijd op sneakers en in nauwsluitend t-shirt. 'Het allerliefste zou ik mij vacuüm willen laten verpakken en dan een tweede leven als rookworst ¶ beginnen, en nooit meer dezelfde fouten maken als in dit leven.' 'Pardon?' vroeg de presentator.
'Laat het me uitleggen' begon de gast, en toen volgde er een storing van een half uur. 'Gelieve ons te verontschuldigen technische problemen' stond er later in beeld. Papa Beer stond op en stampvoette naar de keuken om een biertje te pakken. Mama Beer haakte aan een nieuwe bedsprei en de kinderen zaten stil op de bank, te wachten tot de storing voorbij zou gaan. Papa Beer plofte in zijn fauteuil met z'n biertje en mopperde wat als 'stomme televisie' toen het beeld weer terug kwam. ¶ De presentator stak z'n vinger in z'n neus, en draaide een bolletje van het snot dat hij daar vond. Hij at het op en staarde wat voor zich uit, tot hij het rode lampje van de camera gewaarwerd. Oeps!
Hij herstelde zich met de opmerking 'Wie is er nu vies van zijn eigen lichaamssappen?'. Een uitspraak die hij eens uit de mond van een Belgische professor had vernomen, en hem uitermate waar leek. Hij vervolgde 'daar zijn we weer. Wensen en werkelijkheid. Gewenste werkelijkheid. Mag ik u iets vragen mevrouw?' en weer hield hij de microfoon bij de mond van een willekeurige voorbijganger, een vrouw ditmaal. 'Wat wilt u echt en innig?' 'Pardon?' 'Gewoon, wat is uw wens'. 'Ik heb alles al, alhowel, nee, ik nog wel eens naar de maan, of nee, naar Jupiter, dat is toch die planeet met die ring, het zou mooi zijn als ik mijn man mee kon nemen, een tweede huwelijksreis.'

Verslaggeven (Herman&Inge)

De presentator keek op de klok en zei 'Nou mensen, bedankt voor dit gesprek. Ik vond het ontzettend interessant, ik hoop u ook', en er klonk een muziekje terwijl er titelss door het beeld rolden. 'Wat een kutprogramma', zei papa Beer en gooide z'n lege bierblikje uit het raam. 'NIet doen!' zei mama Beer en likte haar poot om beter grip te hebben op de haaknaald. De berenkindertjes stonden van de bank op, want ze wisten dat ze na de uitzending naar bed moesten. Ze zongen om en om 'Goodnight', 'Farewel', 'Auf wiedersehen' 'Adieu-eu', en stapten in het gareel de kamer uit. Toen de deur achter hen sloot zei papa Beer tegen mama Beer' Ik snap niet waarom zo'n man voor zo'n programma ¶ gevraagd wordt. De presentator had geen kennis van zaken, geen opinie en al helemaal geen humor'.
Het was waar. Het enige waarover de presentator beschikte was een microfoon, maar die kon net zo goed aan iemand anders worden gegeven. En zo geschiedde: de microfoon werd aan een lantaarnpaal gebonden, en iedereen die hem (of haar) passeerde, mocht zeggen wat ie het liefst van al zou willen. Het was opmerkelijk hoe gelijkaardig de wensen van de men- ¶ sen waren. Saai bijna, totdat er een kleine, met mos beklede pigmee naar de lantaarnpaal kwam toegerend;

het was eigenlijk een laaf. Met z'n gigantische bovenlip opgekruld beet hij zich vast in de lantaarnpaal. Het licht viel daardoor uit, en de stroom sloeg over op de laaf die schokkend losliet en schuimbekkend aan zijn einde kwam. Een verslaggever ter plaatse keek het ademloos aan en zei uitendelijk 'Ja mensen, zo kwetsbaar kan een leven zijn.'
Op de achtergrond lag de narokende laaf.

3 dieren (Herman&Inge)

Er was eens een schaap met vijf poten, een prinsekikker en een kip zonder kop. 'Laten we touwtje springen', riep de kip. 'Nee dat vind ik te moeilijk,' zei het schaap. 'Stoepranden dan', zei de kikker. 'Ja hallo, ik kan toch niet gooien zonder armen' zei de kip. 'We kunnen op de trap voor de kerk gaan zitten en de mensen uitlachen', stelde het schaap voor, en al was het een beetje een saai plan, ze vonden het alle drie wel best. Zo zaten ze daar wat. totdat de ¶ kikker zei 'Zal ik wat biertjes halen?' De kip zonder kop riep 'Jaaaa!' maar het schaap zei 'Nee, doe mij maar een tomatensap, ik mag geen alcohol.
Dat is niet goed voor mijn bloedsuikerspiegel. Wel jammer, want ik vind niets zo leuk als lekker dornken worden, en dronken door de wei wandelen. Nou ja. Het is mijn lot om de wereld nuchter te aanschouwen. Eigenlijk ben ik een heilige. Een soort Jezus-figuur!' En terwijl het schaap voortpraatte liepen de kikker en de kip met een sixpack naar de rand van de rivier. De kip had het over kleuren die boven het water zweefden. De kikker plonste het water in en zei de kip hetzelfde te doen, maar de kip vond het eng in het donker in het water, ze bleef ¶ liever aan de oever. Zag de kikker het ook? Die turquoise vlek, met de oranje weerschijn? vroeg de kip.
De kikker zuchtte. Om de haverklap had de kip weer een visioen, ze was toch geen Thereresias? 'Houd toch op man!' zei de kikker, je hebt geen eens ogen, er is geen turquoise vlek, ga toch touwtje springen'. Maar het schaap zei 'Nee kijk, er is wel een vlek daar,' en hij wees met zijn vijfde poot naar het oosten. En jandorie, sodejuu, verhip nog an toe, het was waar. Op kleine afstand hing een turquoise vlek in het luchtledige. De dieren liepen er naar to. Nieuwsgierig snuffelend zoals dieren vaak doen. Daar schrok de vlek van en hij ¶ trok zich terug achter een boom. 'Huh?' zei de kip, 'Waar issie nu?' 'Achte de boom', zei het schaap. 'Erop af!' zei de kikker. De vlek maakte zich zo klein mogelijk.
'Daar!' Het schaap rende op de vlek af, maar één van zijn voorpoten zette zich vast in een molshoop, waardoor hij over de kop kantellde en met zijn achterste tegen de vlek aan landde, die zich nu aan het schaap had vastgezogen, turquoisekleurig op het schaap zijn achterste.
De vlek leek licht te geven, gefosforiseerd te zijn, Kip's fantasie sloeg ervan op hol. Ondertussen verzamelden zich boven de rivier veel meer kleuren, fel oranje omzoomd door mintgroen, en lichtgeel met knalrood, en donkerroze met kobaltblauw. Het had iets engs en ¶ fascinerends tegelijk. De kikker trok zich terug onder het wateroppervlak, alleen zijn ogen staken er nog boven uit. Het schaap keek verdwaasd naar de lichtgevende turquoise vlek op zijn achterste.

De kip was afgeleid door een passerende, uiterst voorkomende windhaan. 'G'dag m'neer,' zei de kip. 'Dag lekker kippie,' zei de windhaan en draaide met de wind mee iets noordoostelijk en vervolgde zijn weg. De kip liep achter hem aan het verhaal uit.
'Tijd voor kikkerdril!' riep de kikker enthousiast van onder de waterspiegel, maar dat hoorde het schaap natuurlijk niet. Af en toe struikelend over zijn vijfde poot liep hij terug ¶ naar de wei en graasde tot de zon onder ging. Toen ging hij slapen en liep ook zijn rol in dit verhaal ten einde. De kikker
sprong als een gifgroene vlek uit de vijver tevoorschijn tot schrik van de kip, wiens poten poten spontaan donkerroze kleuren, met gele accenten, bijna een paisley-motief.

Aurore (Herman&Inge)

En hop, daar viel weer een ster, en nog één, en nog één. De maan was a luit, en de nacht werd donkerder en donkerder. Aurore, een astrologe, kon het niet geloven. Verbijstering maakte zich van haar meester. Sinds mensenheugenis waren sterren eignelijk zonnen, maar dan heel ver weg. En nu opeens doofden ze, één voor één. Door haar telescoop bekeek ze ¶ de sterrenregen en Aurore moest het wel erkennen: het heelal viel uit één.
Aurore weigerde echter een negatieve betekenis aan dit feit toe te kennen, ook in situaties waarin dit realistischer en meer gepast zou zijn, en dus sprak AUrore niet van een einde, maar van een nieuwe begin, terwijl er drie sterren tegelijk naar beneden vielen, wenste ze respectievelijk: een gouden lot in de loterij, een paard en een supersonische computer die uitvoerde wat tegen hem werd gezegd, of nee, een nieuwe garderobe vol Armani's. ¶ Aurore's wensen werden niet verhoord.
Aurore's wensen waren soms ook wel wat wat extravagant, zo wilde ze als kind een roze pony en een winterkasteel, als puber een Rolls Royce met gouden wielen en kangoeroebonten fauteuils, als student wilde ze alleen privé-docenten met wie ze sex mocht hebben wanneer ze wilde, als dertiger wilde ze een eigen eiland waarbij de oorsrponkelijke bewoners haar bediening moest zijn, en de lijst ging door. Geen wonder dus dat ook deze keer Aurore's wensen niet ¶ in vervulling gingen. Aurore besloot Stephen Hawking te bellen, die had naas kennis van zaken ook invloedrijke contacten. 'Hawking.' zei de stem aan de andere kant van de lijn. 'Dag Stephen, Aurore hier.'
'Hey, what's up?' 'Nou kijk, het zit zo. Als een ster valt, dat heeft toch iets met de dampkring te maken.' 'Jaja, heel interessant allemaal' antwoordde Hawkings, 'ik heb geen tijd voor geintjes!' en hij haakte in. 'Arrogante kwal', dacht Aurore. 'Maar goed... ik begrijp ¶ het ook wel, want het hond even wandelt van als het ook anders in de weg verkeren'... Want niet alleen het heelal viel uiteen, ook Aurore's eigen gedachten raakten kant noch wal.
Het enige dat ze uitstootte was geraaskal, over het "bittere einde" en "impolosie van het vissentijdperk" en toen ze daarmee ophield, hield ze ook met alles op behalve ademen. Na 6 dagen stierf ze van de uitdroging, alleen in een 3-kamerappartement op de bovenste etage, waar ze langzaam wegrotte tot de buren na 2 weken de deur intrapten want het stonk zo op de gang. De holle uitgevreten ogen van Aurore staarden de buren tegemoet als twee parallele zwarte gaten, dat het ook waren. Het was haar kosmische zonnebril.

Tuesday, May 5, 2009

INTERMEZZO: Consquences 5/5 (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)

The man with no character met le serveur du bar 'Le Faitout' in Picard les Surgélés. He said: 'Fuck me if you can'. She said: 'Oh, you've been working out haven't you?'. And the consequences were that he hit her hard in the face, which she liked, and she hit him back, which he liked, and so they kept hitting each other happily ever after.

INTERMEZZO: Consquences 4/5 (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)

The God that no one knew met a girl who said her name was Natasha, inside a plane going to crash on Michael Jackson's rented house in Quatar. He said: 'If you could be Beyoncé or Mariah for a day, who would you choose??' She said: 'Yeah, I loved it, but can I go to the toilet first?' The consequences were very fortunate: they won the lottery and bougt a house with a swimmingpool, a tv and a servant, and 4 kids, but teenagers, so they didn't have to raise them, and a big car and another one and a tv-dinner, frozen, at Picard.

INTERMEZZO: Consquences 3/5 (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)

The guy who directed the ad 'Epidor' met Sarah Palin, looking bored and wearing new glasses, at the line for the Bancomat. He said: 'C'est étrange cette sensation, quand je veux bouger mon bras, c'est ma jambe qui bouge. Et toi?' She said: 'Did you know that if you sneeze with you eyes open, you eye ballspop out?'. The consequences were: the planet earth collapsed on a single hypothetic point and they tried to stand on it but fell, the END.

INTERMEZZO: Consquences 2/5 (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)

L'inspecteur Derrick met Lara Croft in a place full of dead shrimps. He said: 'I saw you on Idols didn't I? You were the one with the glasses and the big nose!'. She said: 'Did you ever think of the harm you cause to others with that face of yours?' The consequences were: ils se marierent et eurent beaucoup d'enfants.

INTERMEZZO: Consquences 1/5 (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)

Jon Bon Jovi met another gay guy as the first in the new dutch shop Hema, which just opened in Créteil. He said: 'My God, if I only had the guts to tell you ohw much I wanted that thing I don't have the guts to tell you!'. She said: 'Moi aussi, mais étrangement tu sent mauvais'. The consequences were: they played 'Pin the tail on the donkey' until 5AM, thanked each other for a great night and went home.
~THE END~

Monday, February 16, 2009

Meerstemmigheid (door Inge & Herman)

De pianist nam een laatste diepe ademteug, sloot zijn ogen en legde zijn vingers behoedzaam op de toetsen. Het was een moeilijk stuk, maar -als het lukte- zalig om te spelen, zodanig dat het begon te tintelen rond zijn hartstreek, en de haartjes in zijn nek overeind gingen staan. Ja, je lacht. We worden altijd wat ongemakkelijk wanneer we gevoelige zaken proberen te verwoorden, is het niet? ¶ Ook daarom prees de pianist zich gelukkig, dat hij zijn gevoelens met anderen kon delen zonder tussenkomst van woorden. Hij herinnerde zich hoe hij zij eerste clavinola had gekocht van een dame wiens taal hij niet goed sprak, maar na de betaling begreep hij wel dat ze had gezegd 'Geeft toch niks, we spreken allemaal dezelfde taal in de muziek.' Daaraan terugdenkend werd het hem te kwaad; een traan ontsprong aan zijn oog en een gelukzaligheid die alleen stervenden met een schoon geweten kennen, maakte zich van hem meester, visioenen van de wereldbevolking, zwart en blank, samen hand-in-hand, die zongen over liefde en geluk, terwijl het bloemen regende en aan alle horizonnen regenbogen ontsprongen, verschenen voor zijn geestesoog ¶ en in plaats van verder piano te spelen, begon hij in tongen te spreken. Het leek op jodelen, maar dan in het Arabisch, of, wie weet, Hebreeuws. Er diende zich een klank aan die zó aangenaam was om te produceren dat hij hem bleef herhalen, en nog eens, en nóg eens, steeds sneller, zodat het uiteindelijk één lange monoklank werd, een akoestische Rothko, als dat je iets zegt. ¶ De pianist ontdekte -bovenop zijn piano- zijn eigen stem als mogelijk instrument, zodat hij voortaan ook in z'n eentje duetten kon spelen. Geïnspireerd door het succes dat dit opleverde, zocht hij naar mogelijkheden zichzelf te overtreffen. Hij had gehoord dat in of nabij Tibet monniken tweestemmig konden zingen door een vernuftig gebruik van hun kopstem. Na een 5 jaar lange studie in Tibet beheeste hij de techniek feilloos, en gaf nu in zijn eentje concerten, duetten zingend, onderwijl zichzelf begeleidend. Ambitieus als hij was zocht hij naar nieuwe horizonten, en vond die in een cursus buikspreken, waardoor hij ¶ concerten zou kunnen geven als trio, begeleid door hemzelf, pianist, alt, sopraan en tenor in één persoon. De kritieken waren uitermate lovend, zijn muzikale uitvoeringen balanceerden op het perfecte midden tussen experimenteel en gerijpt. Hij was toonzuiver, maar menselijk. Wèl moet gezegd ¶ dat hij overtuigender was als tenor dan als sopraan. Critici debatteerden nog wat over de kwestie, maar het grote publiek bekommerde zich er niet om en verafgoodden de musicus als de nieuwe messias, hetwelk hem geen windeieren legde.

Het sprekende meer (door Herman & Inge)

In het Woud der Onwetenden groeide niks dan muurbloempjes en vergeet-me-nietjes. Een verdwaalde fee streek neer aan de rand van het Meer der Onkundigheid alwaar een luiaard sliep. De fee schudde wat aan zijn achterpoot om het beest te wekken. 'Huh', zei de luiaard en opende zijn oogjes. 'Iek! Een Vee', riep hij. 'Nee nee' zei ¶ de fee, ' een FEE, met een F'. Maar te laat, de luiaard was verschrikt het meer in gesprongen en was al halverwege gezwommen. Zag hem nu spartelen, de luiaard deed zijn naam weinig eer aan. Gelukkig was daar de fee, 'Foei toch', grapte ze, 'ik zou denken dat je een angsthaas was in plaats van een luiaard. Kom, geef me je hand dan neem ik je mee naar een wonderlijk avontuur.' Even aarzelde de ¶ luiaard, maar gaf de fee uiteindelijk zijn langgepalmde hand. De fee keek naar zijn welgevormde nagels, zijn magere knokkels en ranke pols, waarom de luiaard een fonkelend horloge droeg. 'Wat? 6 uur? Ik moet gaan', riep de fee, gaf de luiaard een dikke pakkerd en vloog weg. 'Morgen kom ik weeeeeeer' riep ze hem na, en weg was ze. De luiaard likte zijn poot om z'n oren te wassen, ging vervolgens op zoek naar een stevige tak en ging eraan hangen om te slapen. Het was een tak van een treurwilg, die sprak tot het Meer 'Wee mij, mijn lot is het dragen van luiaards en parasieten', want er groeide ook mistletoe in hem. Het Meer zei 'Ja, zó is ons lot, ¶ we groeien op het slijk der aarde, en brengen slechts vruchten van ergernis voort', waarop er een kikker uit hem sprong. 'Het is genoeg geweest, vanaf vandaag schalt enkel nog de loftrompet, in mijn hemelse rijk wordt niet meer gevloekt.' Toen haalde hij een stemvork tevoorschijn en tikte ertegen, een hoge C-klank vulde de ruimte. Alle aanwezigen gingen op zoek naar deze zelfde klank, zelfs de kikker die even tevoren uit hem was gesprongen slaagde erin de juiste toonhoogte te vinden. Zo vormde zich langzaam maar zeker een sonorisch geheel, zonder één enkele dissonant. Een eenheid als een zuiverronde kogel, die dan toch weer als een zeepbel uiteen spatte.

America's funniest.dog (door Inge & Herman)

'Ben je verkouden?' Geen antwoord. 'Heb je het koud? Zal ik de verwarming hoger zetten? Je hebt vast koude voetjes gekregen van de wandeling, ¶ of "pootjes", een hond heeft geen voeten.' Het was waar. Een paard had voeten, of een mens, zelfs bergen of wijnglazen hadden voeten, maar een hond had poten. Of erger nog; pootjes! Die gruwelijke gewoonte tot verkleinwoordjes werd de hond in kwestie plotseling teveel, en hij begon te blaffen. 'Wraf' kefte het beest, maar het kwam er nogal iel uit, als een ongeschoolde soprano die overslaat op haar kopstem. Het was meelijwekkend eigenlijk, bedenkend dat het beest z'n frustratie in kritiek wilde omzetten, maar de omstanders beschouwden het als schattig. 'Agressie, kijk'm ¶ 'es blaffen', zeiden ze, en aaiden over z'n hoofd en oortjes. 'Grrr' gromde de hond.
'Oeps. Dat vind ie niet zo fijn', zei X. En terwijl hij dit zei zette de hond zijn sterke witte tanden in het been van de jongen, die hysterisch begon te krijsen, wat de hond alleen maar nog agressiever maakte. De anderen -nog niet helemaal moreel gerijpt- stonden er als domme ganzen bij te ¶ lachen. 'Au!' krijste X, 'haal die klotehond van me af!' Ondertussen werd er op de achtergrond hard gebouwd aan het nieuwe VN-hoofdkwartier, een imposant gebouw met 5 hangende, kruisende dwarsbruggen die 10 torens met elkaar moesten verbinden. Een nieuw ontwerp van de inmiddels dementerende coryfee Rem Koolhaas, die was ingezet om het moderne, vooruitstrevende imago dat de VN van zich wenste, kracht bij te zetten. Ongelukkigerwijze ¶ leek het ontwerp meer op een labyrint dan op een gestroomlijnd netwerk, zó onwillekeurig de stand van zaken binnen de VN uitdrukkend. Oók leek het op Victory Boogie Woogie. En op een verkeerd geknoopt bloesje, waarbij je je verbaasd afvraagt waar het knoopje is dat bij het gaatje hoort, om vervolgens te ontdekken dat de onderkant van je bloes geen rechte lijn vormt, en je weer van voor af aan kan beginnen, terwijl je al aan de late kant was. Het was -kortom- een waardeloos ontwerp.