Tommie, Pino en Ieniemienie liepn op straat. Er kwam een motor de hoek om die Ieniemienie aanreed. 'Piep' zei Ieniemienie terwijl de motor lustig doorscheurde. ¶ 'Welja, dat hebben wij weer,' zei Tommie tegen Pino, maar die domme vogel had z'n blik gefixeerd op een musje op een balkon en onderwijl gaf Ieniemienie de geest.
'Ja ik sta hier Pino, Het is wel zo beleefd als je me aankijkt als ik tegen je praat, vind je niet'. 'Sorry Tommie,' antwoordde Pino. 'Als ik een vogeltje zie... Het is iets dat sterker is dan ikzelf. Wat zei je ook alweer.' 'Ka goed. Het gaat erom dat we tot een consensus komen aangaande de herbestrating van Sesamstraat, we moeten als bewoners onderling tot een gezamenlijk besluit komen, kiezen we voor asfalt of stenen klinkers, of gaan we voor kinderkopjes...' 'Kinderkopjes?', eageerde Pino geschrokken, 'Wat morbide!'. ¶ 'Dat zijn keien Pino,' zuchtte Tommie. Domme domme Pino.
Tommie deed sinds enige tijd geen moeite meer zijn minachting voor Pino te verberegen. Het beest had een IQ van likmevestje en Tommie's carrière werd er flink door belemmerd. 'Keien, Pino,' herhaalde Tommie hatelijk. 'KEIEN', en toen, tot de regisseur 'Sorry hoor, ik kan zo niet werken. Dit is zó onprofessioneel. Zo'n vogel als rolmodel voor kinderen, dat is toch vragen om leeghoofdige pubers en incompetente jongvolwassenen? Moesten wij niet juist een voorbeeld zijn? ¶ We zouden debatten kunnen voeren over 'ontwapening' of 'homosexualiteit en de kerk', maar ik sta hier aan zo'n idiote vogel te vertellen wat een kei is', en hij sloeg z'n ogen ten hemel. Pina zei, 'Ah, keien', en de regisseur zei 'Cut!'.
'Pino, kun jij iets meer naar links gaan, je snavel bedekt Tommie's ogen. En dan moeten jullie hetzelfde gesprek nog eens voeren. OKé. En misschien moet Ieniemienie ook in beeld, waar is ze?'
Pino ging iets naar links en Tommie herhaalde de zin 'We moeten een consensus zien te bereiken', om uiteindelijk te besluiten dat 'consensus' moest worden vervangen door 'eensgezindheid'. 'Kiezen we voor asfalt, stenen klinkers of kinderkopjes.' 'Kinderkopjes?' antwoordde Pino wederom, 'wat morbide!'
De regisseur riep ondertussen Ieniemienie. ¶ Een antwoord bleef uit. Dan maar zonder har. 'Tommie en Pino, klaar?' Ze knikten. 'Oké. Camera loopt.'
Maar de scène verliep niet als gepland. Tommie was om te beginnen zijn openingszin vergeten en Pino had nog kauwgom in z'n bek. Toen Tommie improviseerde en tegen Pino zei 'Hey Kuttekop, zou je je niet eens nuttig maken en de peuken van de straat oprapen' kon Pino z'n snavel niet poenkrijgen omdat de kauwgom zo plakte. 'Nou? Hophophop.' schreeuwde Tommie en begon Pino een beetje te porren. Het porren werd stompen, en uiteindelijk duwde hij ¶ Pino om. 'Oplikken mag ook!' riep Tommie en liep het beeld uit, Pino in de goot achterlatend.
In het flikkerende neonlicht meende Pino een schattig klein vogeltje waar te nemen, dat naar hem toehipte, een pimpelmeesje, of een winterkoninkje misschien, Pino probeerde te glimlachen, maar dit deed te veel pijn. En ook was het geen leuk klein vogeltje die hem naderde, maar meneer Aart, die weinig begrip kon opbrengen voor het aanstellerige gedrag van de puber Pino. Pino Piña Colada.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment