Jack’s galery
Jack was rijk geworden in onroerende zaakjes. Hij kreeg zin in iets anders en dacht: laat ik een galerie beginnen.
¶ Jack zat alleen met een probleem; hij wist niks van kunst. Een niet te overzien probleem dus, want hoe ga je je gedragen in die kringen van mensen die kunst als gespreksonderwerp nummer 1 hebben. Maar niet getreurd.
¶ Hij hield zich voor het te hebben over een punt; een zwart punt op een groot wit vlak.
En in dit punt zou alle vreugde van de wereld zich –als het ware- verenigen. Er moest ergens een begin gemaakt worden. Alle toehoorders moesten zich concentreren op dit ene punt en dan zou het vanzelf gaan groeien, en na verloop van tijd zou het dan zo groot zijn dat alle ongelukkige mensen in dit vreugdepunt zouden kunnen
¶ wonen. Jack hoopte dat zijn lezing veel publiek zou trekken. Dat Jack zichzelf in ondergoed op de affiche had afgebeeld zou hopelijk ook wel helpen. Een lezing door een dame in degelijk ondergoed! Compleet met bril en aanwijsstokje… de cliché-geilaards zouden en masse toestromen. Thuis zakte Jack in een gedeprimeerde lethargie. Hij wist ook wel dat het één grote farce was.
¶ Maar hij moest zichzelf toch op 1 of andere manier vewezenlijken? Hoe deden al die anderen dat in godsnaam?
Jack besloot vuilnisman te worden en geen oog meer te hebben voor schoonheid. Dit werd zijn redding.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment