'De beginscène weet ik niet meer. Het was een dialoog. Dat weet ik nog. Maar waarover ben ik vergeten.' 'Geeft niet', zei de zuster, 'rust eerst maar wat.' 'Ik geloof dat het in Rusland was' ¶ mompelde de patiënt terwijl de zuster het licht uitknipte.
En toen was alles donker. Leek het. Na enige seconden raakte de patiënt gewend aan het donker en zag aan het voeteneind een paar ogen hem aanstaren. Althans, dat dacht hij. Hij wiebelde met z'n voet. En ja hoor, dat wat op zijn voeten zat knipperde met zijn ogen. Wat was dat? De patiënt zei 'Hallo?' Het wezentje aan z'n voeteneind ging weer rechtzitten en zei 'Dag'. ¶ 'Wie ben je?' vroeg de patiënt. 'Ik ben Hugo, een laaf', zei het wezentje. 'Een wat?' zei de patiënt. 'Een laaf. Een mythologisch wezen op het randje van de kitsch.' 'Op het randje,' herhaalde de patiënt, 'ik ook. Dat weet ik. Want ik heb een helder moment.' Op dat moment kwam de zuster weer binnen. Haar silhouet wierp een scherpe schaduw in het licht dat door de deuropening op de grond viel. 'Is er iets?' 'Nee hoor,' ¶ antwoordde de patiënt 'ik praat gewoon wat met Hugo.' Hugo? Wie is dat nu weer?' De patiënt wees, maar in het luchtledige. Hugo was verdwenen. Hij had zich verstopt achter het katheder dat naast de patiënt stond. Net naast hem bungelde een plastic slangetje waar rode vloeistof doorsijpelde. Nieuwsgierig als hij was kneep de laaf lichtjes in het slangetje. De vloeistof stokte. Hij liet weer los en de vloeistof stroomde weer door. Nogmaals kneep de laaf het slangetje dicht, dit keer langer. 'Uuuuuuh' zei de patiënt opeens, en begon heel snel te ademen. De laaf liet even los en hield het ¶ slangetje weer dicht. 'Aaah' zei de patiënt en toen 'oooi!' en toen klonk er een luide hoge piep.
Was het de hartmonitor? Nee. Het was de pieper van de zuster. Ze werd dringend verzocht zich naar de Zuidvleugel te begeven, alwaar een andere patiënt de deur naar de binnentuin had gebarricadeerd met meubels uit de kantine. Haar gekrijs had al drie andere patiënten gewekt. Twee ervan stonden verdwaasd in de deuropening, de derde huilde in stilte onder zijn dekens. 'Ik kom eraan' zei de zuster.
Monday, June 8, 2009
INTERMEZZO: Consquences (by Anna, Vivien, Olivier, Mirjam & Herman)
Jean-Jacques Rousseau, at the end of his life
met
that girl in the advert in the metro
at
the Festival de Cannes.
He said:
'Go jump in my car, it's better than a rolling bed'.
She said:
'I paid for me, you pay for you'.
The consequences were:
they left te place, give a hug to eah other, they're happy, walk with the cold weather and sleep with a lot of nice dreams.
met
that girl in the advert in the metro
at
the Festival de Cannes.
He said:
'Go jump in my car, it's better than a rolling bed'.
She said:
'I paid for me, you pay for you'.
The consequences were:
they left te place, give a hug to eah other, they're happy, walk with the cold weather and sleep with a lot of nice dreams.
Subscribe to:
Posts (Atom)